Gebouwen met een vacht van gras
Architecten nemen steeds vaker de natuur als voorbeeld bij het ontwerpen van gebouwen en openbare ruimtes. Biomimicry heet dit: als we de natuur imiteren, dan vinden we oplossingen die minder energie verslinden en zelfs meer natuur kunnen opleveren. Florence Hunnekens, masterstudent aan de opleiding Bio Inspired Innovation aan de Universiteit van Utrecht, vertelt in een interview hoe zij dit principe toepast in haar huidige onderzoek. Haar hoofdvraag is of gebouwen beter geïsoleerd kunnen worden door gebruik van groene gevels die een dierenvacht nabootsen.
Hoe kwam je in aanraking met biomimicry? ‘De eerste keer dat ik van biomimicry hoorde was tijdens de middelbare school. Toen werd uitgelegd dat sommige organismen een strategie hebben waarin ze andere organismen nadoen. Een voorbeeld hiervan was de zweefvlieg, die met zijn geel-zwart gestreepte lijf sterk op een wesp lijkt. Met deze vermomming schrikken ze predatoren af en hebben ze een hogere overlevingskans. Pas aan het einde van mijn bachelor kwam ik opnieuw in aanraking met biomimicry, alleen deze keer in de vorm van bio geïnspireerd innoveren. Deze studie was voor mij een antwoord op de vraag wat we kunnen doen met biologie en al haar evolutionaire ervaring, naast specifieke wetenschappelijke doeleinden.’
Je scriptie over het hervormen van universiteitsgebouwen met principes uit de biologie werd bijzonder goed ontvangen door de directie Vastgoed & Campus. Je mocht een vervolgonderzoek doen en buigt je nu over een concept dat je zelf hebt bedacht: gebouwen met een vacht van gras. Kun je uitleggen wat je daarmee bedoelt?
‘Dierlijke vachten zijn opgebouwd uit twee vachttypen, de ondervacht en bovenvacht. De ondervacht bestaat uit korte, krullende haren, terwijl de bovenvacht bestaat uit lange, ruwe haren met pigment. De samenstelling van deze haren creëert een stilstaande luchtlaag tussen de huid en de haren met een hoge isolatiewaarde. Het is ook een erg adaptief huidtype: afhankelijk van het seizoen is de vacht dikker of dunner en kan daarmee verkoeling of verwarming bieden. Ook op korte termijn kan dit gereguleerd worden door de spieren aan te spannen en daarmee de haren op te zetten. Een verschijnsel dat voor ons beter bekendstaat als kippenvel, waarin de isolerende luchtlaag wordt vergroot. De haren kunnen zelfs zo ver opgezet worden dat zonlicht de huid direct verwarmt.
Op dit moment onderzoek ik of dit principe nagebootst kan worden met planten in plaats van haren. In mijn experiment doe ik metingen aan verschillende vegetaties, bestaande uit grassen en kruiden. De soorten die ik gebruik zijn geselecteerd op uiterlijke kenmerken die overeenkomen met structuren in een dierlijke vacht. De vegetaties zijn opgebouwd uit enkel korte of lange planten, of juist in combinatie. Ik verwacht bij de combinatie van korte en lange planten iets bijzonders te zien, namelijk dat ze significant meer isoleren dan enkel korte of lange planten. Als dat klopt, en het principe wat ik wil nabootsen met planten blijkt te werken, dan biedt dit een mogelijkheid om meer functies aan een gevel toe te voegen.’
Wat voor functies zou een vacht van gras dan kunnen toevoegen?
‘Groene gevels, die op dit moment een erg hot topic zijn in vastgoed, kunnen meer bieden dan enkel esthetiek en uitbreiding van de biodiversiteit. Door betere keuzes te maken in welke plantensoorten we gebruiken voor deze gevels, kunnen we mogelijk de temperatuur in het gebouw op een passieve manier reguleren. Hierdoor zal een groot gedeelte van installaties overbodig worden, wat een aanzienlijke energiebesparing oplevert.’
Wil je meer lezen over natuurlijke oplossingen om de wereld te verbeteren? Lees ons boek Zo kan het ook, een ecologisch zelfhulpboek met interviews met mensen als Florence Hunnekens en een nieuwe kijk op een duurzame economie.