Kunnen wolven écht een rivier veranderen?
In 2014 ging bovenstaand YouTube-filmpje viraal. ‘How wolves change rivers’ liet zien hoe de herintroductie van wolven in 1995 in Yellowstone National Park in de Verenigde Staten zelfs de loop van de rivieren beïnvloedde. Het filmpje was gebaseerd op een onderzoek uit 2011 (‘Tropic cascades in Yellowstone: The first 15 years after wolf reintroduction’), waarin onderzoekers Robert Beschta en William Ripple claimden dat de wolven een trofische cascade veroorzaakten: een soort domino-effect in de voedselketen. De wolven zetten de jacht in op de vele rendieren in het gebied die de vegetatie rond de rivieren (onder andere aspen en wilgen) kort hielden door hun gegraas. Toen ze werden weggejaagd – of opgegeten – door de wolven kregen de bomen de kans om groter te groeien. Hierdoor werden vogels aangetrokken en allerlei andere dieren die leefden van en rond die bomen. De bodem werd steviger door de boomwortels en het gebied werd aantrekkelijker voor bevers. Doordat de bodem vanwege de wortels minder erodeerde en de oevers minder vaak instortten, kregen de rivieren een smallere, minder meanderende loop. Kortom: door de introductie van de wolven ontstond er een uitgebalanceerd ecosysteem.
Het filmpje veroorzaakte – uiteraard – veel discussie onder wetenschappers. Diverse ecologen vonden de werkelijkheid te simpel weergegeven op het filmpje. Het waren niet alleen de wolven die het gebied verbeterden, maar het was een samenhang tussen allerlei factoren. Zo zou de rendierpopulatie in die periode na 1995 ook zijn teruggelopen door bijvoorbeeld droogte, menselijke jacht en andere roofdieren die het op de dieren hadden gemunt. En nog veel erger: de vereenvoudigde werkelijkheid zou goede natuurbescherming tegenwerken. Wolven uitzetten was niet de enige oplossing om het ecosysteem in het park balans te brengen. Andere factoren, zoals klimaatverandering, gasboringen, invasieve exoten moesten ook onder controle gebracht worden. Het was niet zo simpel dat de natuur het alleen wel even op zou lossen.
Robert Beschta en William Ripple lieten het er niet bij zitten en schreven in 2018 een aanvullend rapport over hun bevindingen in Yellowstone National Park. De titel ‘Can large carnivors change streams via trophic cascade?’ verried dat ze de roofdierengroep wat breder hadden genomen, maar hun basisconclusie blijft ongewijzigd: roofdieren kunnen bijdragen aan het verbeteren van de loop en de functie van rivieren. In het geval van Yellowstone National Park ontdekten ze dat de wilgen in het gebied rond 1990 niet hoger werden dan zo’n 60 cm, terwijl ze in 2017 gemiddeld al 180 cm waren. Hierdoor was het bladerdek dat over de rivieren hing ook veel groter. Ze vonden duidelijke aanwijzingen dat de vegetatie hoger werd nadat het gedrag van de rendieren begon te veranderen na de introductie van de wolven. Hun wat meer genuanceerdere conclusie was echter dat niet alleen de wolven, maar het samenspel met ook andere grote roofdieren, tot de verbeteringen in de rivieren en de ecosystemen hebben geleid.
Het filmpje ‘How wolves change rivers’ was niet voor niets viraal gegaan. Het was niet onwaar, hoogstens wat incompleet, met iets te veel eer voor de wolf alleen. Het belangrijkste is dat filmpje ons inzicht geeft in de werking van een ecosysteem. Haal je belangrijke elementen weg (in dit geval de wolf), dan raakt een systeem uit balans. Door meer in systemen te denken kunnen we betere oplossingen bedenken. Niet alleen voor natuurbehoud, maar ook bijvoorbeeld in stedelijke planning. De stad is immers ook een ecosysteem.